maandag 14 mei 2007

De biologische klok

http://www.timetools.nl/mythenfeiten1.htm

De afwisseling van slapen en waken wordt, evenals de 24-uurs ritmen in bijvoorbeeld hormoonafgifte en lichaamstemperatuur, gestuurd door een biologische pacemaker, een klein groepje zenuwcellen gelegen aan de basis van de hersenen. Wordt activiteit van de zogeheten biologische klok gemeten, dan blijkt deze een ritme te vertonen met een periode die niet precies 24 uur is. Daarom worden de ritmen die door de biologische klok gestuurd worden circadiane ritmen genoemd (circa dies: ongeveer een dag).

Onder natuurlijke omstandigheden is de periode echter precies 24 uur, omdat de biologische klok dagelijks wordt bijgesteld (gesynchroniseerd). Dit gebeurt voornamelijk door lichtinval in de ogen, die in verbinding staan met de biologische klok. Vooral 's ochtends en 's avonds, op die momenten van de dag waarop het omgevingslicht 't sterkst verandert, is dit het geval. Deze en andere omgevingsinvloeden synchroniseren de biologische klok, zodat deze het tijdsverloop van lichamelijke en mentale activiteit kan afstemmen op de omgevingseisen. De lichaamstemperatuur bijvoorbeeld, begint reeds enige uren vóór het moment van ontwaken te stijgen. Zo is men 's morgens al voldoende is 'opgewarmd' voor het uitvoeren van de dagelijkse activiteiten. Goed geregelde (ge-time-de) 24-uurs ritmen stellen ons in staat optimaal in te spelen op de periodieke veranderingen van dag en nacht. Voor de mens, als dagdier, betekent dat men van nature overdag alert en productief is, en 's nachts slaperig en inactief.

Een stabiele circadiane ritmiek is moeilijk snel te veranderen. Dat is te merken bij drastische veranderingen in de licht-donker cyclus, zoals bijvoorbeeld veroorzaakt door een vliegreis naar Japan. Het duurt een aantal dagen voordat de circadiane ritmen van onze lichaamsprocessen zich aan de nieuwe situatie hebben aangepast. Dit kan gepaard gaan met klachten over vermoeidheid, slaapproblemen en slecht functioneren: de zogenaamde jetlag. Ook mensen die in ploegendienst werken hebben last van een 'verschoven' levenspatroon ten opzichte van het ritme dat hun biologische klok aangeeft. De signalen uit de omgeving kunnen nu niet helpen om de interne klok aan te passen aan de nieuwe situatie (het is donker als je juist actief moet zijn in de nachtdienst) en daarom zal aanpassing moeilijk zijn. Ook is de kwaliteit van de slaap overdag aangetast, niet alleen door de aanwezigheid van meer geluid en licht, maar vooral doordat de slaap in een periode valt die buiten het door de biologische klok gedicteerde venster valt.

Dit brengt regelmatig klachten met zich mee die lijken op die van een jetlag:

subjectieve klachten als algehele malaise, verlies van energie en stemming, vermoeidheid, gebrek aan eetlust en gespannenheid. En ook in objectieve afwijkingen als slaapstoornissen, aandoeningen van het maag-darmstelsel en hart- en vaatziekten. Naast de gezondheidsproblemen heeft ploegendienst psychosociale gevolgen voor de betrokken werknemer, zoals veranderingen in persoonlijkheid en stoornissen in de relatie tot het gezin en sociale omgeving. Voortekenen van dit zogenaamde shiftwork maladaptation syndrome kunnen zich al enkele maanden na het begin van ploegendienst voordoen. Zijn er eenmaal gezondheidsproblemen, dan blijven deze in veel gevallen aanwezig.

Geen opmerkingen: